Zelfgemaakte garnaalkroketten
Ingrediënten (20 kroketten):
- 1 kilo ongepelde garnalen
- 1 liter volle melk
- 1 kruidentuiltje
- 1 wortel
- 1 stengel selder
- 2 citroenen
- 5 cl room
- 6 eieren
- 3 blaadjes gelatine
- panko
- 100g bloem
- 100g boter
- peper & zout
- nootmuskaat
- peterselie
Bereidingswijze:
Pel de garnalen en hou de koppen opzij. Doe de koppen samen met de melk, selder, wortel en kruidentuiltje in een kookpot en breng aan de kook. Laat 20 minuten pruttelen en zeef de vloeistof uit het geheel. Duw goed aan zodat alle melk gefilterd wordt.
Week de blaadjes gelatine in koud water. Maak intussen een roux door 100g boter te smelten in een pan. Voeg hierbij 100g bloem en roer met een garde tot de massa naar koekjesdeeg begint te ruiken.
Giet de gezeefde melk op de roux en zet het vuur lager. Blijf roeren tot de massa voldoende ingedikt is. Let erop dat het niet te dik wordt. Voeg hierbij peper, zout, nootmuskaat en het sap van een halve citroen.
Voeg de gelatine toe en maak een liaison met 2 eieren en 50cl room. Deze mag ook aan de massa worden toegevoegd.
Op het einde voeg je de garnalen toe. Hou een klein potje apart voor de afwerking van het bord.
Vet een ovenschaal in met olie en stort de massa uit in de schaal. Dek af met plastiekfolie en druk het goed aan. Laat het afkoelen en zet de schaal minstens 12 uur in de koelkast.
Klop 4 eieren los met peper en zout. Zet 1 potje met bloem en 1 potje met panko klaar.
Snijd de afgekoelde massa in stukjes van 8 cm op 4 cm en rol in jouw handen tot een cilinder. Rol nadien in de bloem, let erop dat de volledige vulling goed bebloemd is. Haal het door het eimengsel en de panko.
Herhaal dit voor alle kroketten en plaats deze minstens 1 uur in de koelkast.
Frituur de kroketten goudbruin op 180 graden. Leg niet te veel garnaalkroketten samen, anders koelt de olie te snel af.
Serveren met citroen, gefrituurde peterselie en verse garnalen.
